Van de jungle, naar de bergen en naar de zee
Door: Budi
Blijf op de hoogte en volg Budi
14 Februari 2015 | Thailand, Krabi
Mijn reis ging verder nadat ik uit Phnom Penh vertrokken was op weg naar Siem Reap. Waar ik het hoogtepunt van Cambodja heb kunnen zien. En dat was Angkor Wat. Het nationale symbool van heel Cambodja. Als je google in tikt Cambodja krijg je 9 van de 10 zoek resultaten de tempel te zien. Maar Angkor Wat is niet de enige tempel. Het maakt deel uit van een groot tempelcomplex. Een van de gidsen wist te vertellen als je echt alle tempels in deze omgeving wilde zien dan ben je zeker 2 maanden bezig. Zoveel tijd had ik niet en had ik me beperkt tot: Angkor Wat, Angkor Thom, Bayon en heel veel andere tempels. Maar Beng Mealea en Tha Phnom staken er wel bovenuit wat betreft de jungle die de tempel probeerde terug te claimen met zijn overgroeide wortels vuistdik van eeuwenoude bomen. Je waant je Indiana Jones en Lara Croft tegelijk. Het Tonle Sap meer wat dicht in de buurt van Siem Reap lag was een welkome afwisseling. Een mooie tocht over het meer en overstappen in kleinere bootjes om door de Mongrovebossen te varen. Inclusief het bezoek aan de diverse drijvende en paaldorpen die op en om het meer lagen. Het grappige is dat de drijvende dorpen nooit een vaste plek hebben maar altijd in beweging na gelang het jaar. Wat betreft varen over het meer je moet niet verwachten dat het luxueuze rondvaartboten zijn maar lokale vissersbootjes die omgetoverd zijn tot rondvaart boot. Je krijgt ook inzicht op het leven daar. Dat heel anders is dan het leven in de jungle en in de stad. Wat vooral gericht is op de visserij. Zo was de tocht door de mangrovebossen ook een halve vistocht. De vrouw in het bootje die het bootje met een lange stok aan het voortduwen was, met een kind van een paar maanden op haar schoot, checkte alle netten en fuiken die zij blijkbaar had uitgezet.
Het oversteken van de grens met Thailand was trouwens ook nog een hele klus. En ik weet van de verhalen van reizigers dat het best veel tijd in beslag kan nemen. ’s Ochtends vroeg werden ik en een ander Nederlands meisje een uur te laat opgehaald. Na rond gereden te hebben en diverse malen van bestuurder gewisseld te hebben konden we eindelijk door rijden naar de grens. ’s Ochtends vroeg was het niet druk op de weg en dat gaf de bestuurder de aanleiding om keihard door te rijden. De teller stond op 160 km/h op een weg wat bij ons een 60 km weg zouden noemen. Na een roekeloze rit kwamen we aan bij de grens, na de gebruikelijke paperassen aan de Cambodjaanse zijden. Konden we in de rij staan bij de Thaise grens en de arrivalcard invullen. Toen ik eindelijk bij de Thaise douane mijn paspoort mocht laten zien. Hield hij mij 20/25 minuten op. Stelde nogal lastige vragen waaronder: waar ik geboren was. Namelijk in Indonesië maar ik had de Nederlandse nationaliteit. Ga dat maar eens uit leggen aan een Thaise douanebeambte. Maar goed na alle andere vragen, naar zijn inziens, toch goed beantwoord te hebben kon ik doorlopen. En konden we op een andere Thaise bus stappen richting Bangkok.
Bangkok is een wereld van verschil met Phnom Penh. Een echte metropool: veel mensen, druk, vervuild. Overigens Thailand is in het algemeen wel alles beter geregeld. Wat ik gehoord heb is het nooit gekoloniseerd geweest door de Europese mogenheden en heeft een redelijke stabiel verleden. Goede infrastructuur, behuizing en sociaal stelsel. Dat merkte ik ook in het verkeer. Ze kijken ook veel beter dan die Cambodjanen en er wordt netjes binnen de lijntjes gereden door de auto’s. De scooters blijft een chaos maar gecontroleerde chaos. Bangkok ben ik een paar dagen gebleven. Het is niet het Thailand die ik wil bezoeken. Maar als je er toch bent kan beter maar alles gezien hebben. Zo de diverse highlights gezien zoals Wat Pho (de slapende Boeddha), Wat Arun en het koninklijk paleis met aangrenzend het tempelcomplex wat erg de moeite waard is om te zien. Dan moet je wel al de duizend toeristen wel even op de koop toe nemen. Ik heb 1 dag gefietst door heel Bangkok heen. En ik kan je vertellen dat we in Nederland veel te verwend zijn wat betreft de infrastructuur voor de fietsers. Fietsers in Bangkok is letterlijk overleven. Zo kom je op stukken wat erg lijkt op een snelweg maar waar je gewoon mag fietsen. En dan niet vergeten dat je aan de andere kant van de weg rijdt.
Een verademing was toch wel de nachttreinrit van Bangkok naar Chiang Mai. Chiang Mai de volgende stad die ik aan zou doen wat in Noord Thailand ligt. Ik heb diverse treinritten mee gemaakt tijdens mijn interrailtrips. Maar de nachttrein is toch wel een van de beste nachttreinen die ik heb gezien. Zelfs beter dan de Deutsch Bahn, de ÖBB of de Spaanse spoorwegen. Voor minder dan 20 euro per rit heb je in de 2e klas een ruime stoel, eten is goedkoop. De trein wordt regelmatig schoongemaakt zelfs tijdens de treinrit. Er loopt genoeg personeel rond die in mum van tijd een zitbank omtoveren in een bed: opgemaakt en wel. Chiang Mai is een kleinere stad dan Bangkok en heeft een veel provincialer karakter en het ligt aan de rand van de bergen. Wat een mooi uitzicht gaf vanuit de vallei als vanuit de bergen zelf. De stad is niet zo heel bijzonder. Heeft een mooie historische kern met gracht. En heel veel tempels. Ik heb in de hostel mijzelf opgegeven voor een trekking van 2 dagen met 1 overnachting. Samen met 7 andere mensen uit de hostel zijn we ’s ochtends vroeg opgehaald door de gids. Een echte local die de gebruiken, de taal aan ons probeerde door te geven. De tocht ging langs het olifantenkamp, waar we de olifanten konden wassen en zij ons ook een paar uur doorgelopen door ultradroge bossen maar met magnifiek uitzicht. De tocht was niet zo heel moeilijk te noemen. Zeker als je een maand eerder een trekking hebt gedaan door de Himalaya voelt dit wel erg eenvoudig aan. De tocht eindigde bij een berghut boven op de berg aan de rand van een waterval. Tijdens het eten en het kampvuur leer je de andere reizigers goed kennen. Vooral de Amerikanen waren de gangmakers (die waren dan ook in de meerderheid) terwijl de Europeanen: 1 Duiterser, 1 Brit en ik toch wat timide waren. Maar het was een perfecte nacht, kampvuur, de gids die op een gitaar muziek maakte, heldere sterrenhemel. Meer kan je niet wensen. De nacht was vergeleken met de andere nachten best koud. Ik speelde een beetje vals omdat ik voor de zekerheid de thermische kleding had mee genomen die ik nog had van de trekking in Nepal. De dag erna zijn we weer naar beneden gelopen, diverse dorpjes aan gedaan en waar we aan het eind een leuke tocht kregen voorgeschoteld over een rivier op Bamboe-vlotten. De gids haalde nog een grap uit door te zeggen dat iedereen op 1 vlot moest maar die zonk door ons gewicht en ja hoor iedereen was nat. Met een voldaan gevoel reden we na de trekking naar de hostel waar we die avond nog als afsluiter met zijn allen nog een afzakkertje hadden genomen in de stad.
Ik ging nog dieper de bergen in door het plaatsje Pai te bezoeken. Ik wilde eigenlijk naar Doi Mae Salong maar het was onzeker of de bussen zouden rijden daarbij zou ik nog eerst naar Chiang Rai moeten gaan wat me weer een hele dag gekost zou hebben. Met in het achterhoofd dat ik een paar dagen later ook de trein terug naar Bangkok moest hebben had ik voor een ander plaatsje gekozen en dat was Pai. 4 uur rijden van Chiang Mai vandaan. Met de beruchte weg van meer dan 700 bochten waar menig persoon met wagenziekte vaak kotsen uit de bus is gekomen. En ik heb er inderdaad een paar gezien met behoorlijke bleke gezichten met een gevulde kostzak in hun handen. Pai is een rustige stad waar voornamelijk veel hippies zitten. De relaxe sfeer was afwisselend van wat ik tot nu toe gehad heb en dat was best fijn. Alhoewel ik me toch wat te distantiëren van de hippies wat totaal niet mijn levensstijl is: vaagdoenerij en dromen heel veel dromen tijdens de nachtelijke feesten op vreselijke technomuziek. Dus zocht ik mijn uitvlucht door met de scooter de bergen in te rijden wat me weer fantastische landschappen opleverde. Zo was er ook de Canyon van Pai. Dat zag er best indrukwekkend uit. Niet qua grootte maar dat diverse paden zo smal waren niet breder dan 20 cm waarbij de randen aan beide zijden verticaal naar beneden liepen. De hostel was trouwens een van de beste hostels waar ik ben verbleven. Niet qua voorzieningen die waren heel basic. Maar de locatie was perfect in de vallei net buiten het dorp in een oude Thaise boerderij met diverse hutten eromheen. En het bevalt heel goed ergens laat in de middag in de hangmat te liggen en kijkend naar de zonsondergang. De zon die verdwijnt achter de bergen. Gewoon heel ontspannen en de rust. Dit is trouwens wel de enige lokatie waar ik ontzettend veel Nederlanders heb ontmoet. En ergens is het wel fijn om na 5 a 6 weken weer eens in je eigen taal te praten. Zelfs een van de Nederlanders bleek ook een paar vrienden te hebben die ik ook ken. Dus de wereld is inderdaad heel klein.
Dagen daarna was het veel reizen om in het zuiden aan te komen. Ik koos voor de reis manier in plaats van de makkelijke manier. En die reis manier werd mij behoorlijk op de proef gesteld. Vanuit Pai was ik van plan om helemaal bij conventioneel transport af te reizen en niet met het vliegtuig vanuit Chiang Mai wat net zo goedkoop was. Er mag ook wel wat uitdaging inzitten niet waar. 3 uur met de bus vanuit Pai naar Chiang Mai gereden. Nadat ik de tassen even gedropt had bij de hostel waar ik eerst geslapen had. Vervolgens de nachttrein gepakt naar Bangkok aldaar ik besloot om 1 nacht in Bangkok te overnachten omdat ik anders weer een nachtbus zou nemen. Tussentijd nog even mijn verjaardag in de anonimiteit gevierd (tja keer eens wat anders). Uit ervaring weet ik dat ik dan gebroken ben. Dus de volgende ochtend zou ik de bus vanuit Bangkok naar Krabi pakken. Met nadruk op zou. Want die bus kwam me helemaal niet ophalen. Om kwart over 5 ’s ochtends voor niks op gestaan om vervolgens tevergeefs een uur te wachten. De nachtwaker belde vervolgens de contactpersoon op en het bleek dat ze een fout gemaakt hadden. Er bleken 2 hostels te bestaan met dezelfde naam… tja hoe moet ik dat nou weten? Dus ik kreeg haar aan de lijn en probeerde haar te overtuigen dat ik toch die avond in Krabi moet zijn. Dus dat zij het op moesten lossen. Als alternatief stelde ze me een nachtbus voor. Dus heb ik op mijn strepen gestaan en gevraagd of een bus in de ochtend of een vliegticket. Ze kozen eieren voor hun geld en stelde voor dat ik de bus naar Surat Thani zou gaan en dat ik daar een transfer naar Krabi zou pakken. Bij elkaar ben ik 1 uur langer onderweg plus dat ik al mijn geld terug kreeg en het alternatieve busticket betaald kreeg. Nou ja… daar zeg ik geen nee tegen. Een Taxi chauffeur haalde mij op en als een gek om die ene bus te halen door Bangkok gereden. Nog 10 minuten op de klok ben ik er zowat de bus ingedoken. Een lange rit van 10 uur kwam ik aan in Surat Thani. En ja hoor bleek dat er een ander busstation was waar de bussen naar Krabi zouden vertrekken. De mensen waren vriendelijk genoeg om mij per scooter naar het busstation te brengen. Dus je moet je voorstellen. Met twee mensen op 1 scooter een grote backpack achter op je rug en een kleine rugzak tussen twee mensen in. Slingerend tussen de auto’s door om ook weer die bus te halen. Tja… ik had geen keus. Maar goed al met al de bus naar Krabi gehaald even wat gegeten en mijn bed ingedoken want ik was kapot. De dag erna maakte het meteen goed omdat ik een zeer ontspannende boottocht heb gemaakt en op een van de stranden heb gelegen omgeven door torenhoge rotsen die recht uit de zee steken. Het was die bustrip meer dan waard zou ik zeggen.
Voor de foto’s wil ik je door verwijzen naar budiloonen.com
-
14 Februari 2015 - 13:31
Joke:
Zo Budi wat een mooi reisverslag. Indrukwekkend.
Nog een goede reis verder. -
14 Februari 2015 - 16:36
Tante May:
Wat een belevenissen zeg...! Spannend af en toe. Alsnog gefeliciteerd met je verjaardag en nog een mooie reis verder. Groetjes uit Alphen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley